Vroege en late pre-eclampsie en de epigenetische programmering van 25 genen

Onderzoeker:

Erasmus MC Rotterdam

Pre-eclampsie (zwangerschapsvergiftiging) is een van de ernstigste zwangerschapscomplicaties, die ontstaat door stoornissen in de placenta (moederkoek), waar jaarlijks nog steeds moeders en kinderen door overlijden.

Het is een complex ziektebeeld dat zich kenmerkt door een hoge bloeddruk en eiwitverlies in de urine. Ofschoon vele genen en eiwitten geassocieerd worden met pre-eclampsie, is er tot op heden nog geen goede marker gevonden, die de ontstaanswijze en het verloop van deze zwangerschapscomplicatie kan verklaren of voorspellen.

Mede door een bijdrage van Strong Babies kon de programmering van genen (epigenetica) bestudeerd worden in de placenta en navelstrengweefsel (bloed, endotheelcellen) met als doel om nieuwe markers te identificeren voor pre-eclampsie. Hiervoor werden 25 genen geselecteerd, en wel in het bijzonder genen die te maken hebben met het eiwit AMBP (alpha-1-microglobulin), wat een rol speelt bij pre-eclampsie.

De resultaten van het onderzoek laten een verschil zien in de programmering van 17 locaties in deze 25 genen tussen patiënten met een vroeg optredende pre-eclampsie en controles in het eerste trimester van de zwangerschap. De genen die hierbij het meest vertegenwoordigd waren zijn IGF2 (insulin-like growth factor 2) en cadherine 13. Er werden geen verschillen aangetoond tussen de laat optredende pre-eclampsie en controles hetgeen mogelijk te maken heeft met een verschil inontstaanswijze tussen vroege en late pre-eclampsie. Toekomstig onderzoek zal moeten aantonen wat de lange termijneffecten zijn van deze epigenetische veranderingen voor de gezondheid van moeder en kind.

Publicaties: van den Berg CB, Chaves I, Herzog EM, Willemsen SP, van der Horst GTJ, Steegers-Theunissen RPM. Early- and late-onset preeclampsia and the DNA methylation of circadian clock and clock-controlled genes in placental and newborn tissues. Chronobiol Int. 2017; 34:921-932.