Validatieonderzoek van het eerste trimester utero-placentair vasculair skeleton 

Onderzoeker: Eline de Vos, arts-onderzoeker Verloskunde en Gynaecologie, Erasmus MC, Rotterdam

Preventieve maatregelen en behandeling van pre-eclampsie zijn het meest effectief wanneer er al in het eerste trimester mee wordt gestart. Helaas zijn er geen gevalideerde methoden om pre-eclampsie zo vroeg in de zwangerschap op te sporen. De onderzoeksgroep waar Eline deel van uitmaakt heeft met behulp van 3D echografie en geavanceerde beeldbewerkingstechnieken een nieuwe methode ontwikkeld om de morfologische ontwikkeling van de vasculatuur in het eerste trimester van de zwangerschap te bestuderen. Deze methode kan van toegevoegde waarde zijn om zwangerschappen met verhoogd risico op pre-eclampsie vroeg in de zwangerschap op te sporen. Echter, als eerste stap moet de beeldvormingstechniek gevalideerd worden als marker voor vasculaire morfologie. In het onderzoeksproject van Eline worden gevalideerde serum biomarkers van utero-placentaire vaatontwikkeling gebruikt om de echo-biomarker voor vasculaire morfologie te valideren.

Dit project is in 2023 afgerond.

Net als bij zwangerschapsvergiftiging en groeibeperking lijken veel gevallen van spontane vroeggeboorte te worden veroorzaakt door problemen van de moederkoek. Voor een gezonde moederkoek is het belangrijk dat tijdens de zwangerschap een goed vaatnetwerk wordt gevormd tussen de baarmoeder en de moederkoek. Nieuwe inzichten in de vorming van dit vaatnetwerk leiden tot betere diagnostische testen om vroeggeboorte in het begin van de zwangerschap op te kunnen sporen.

De afdeling Verloskunde en Gynaecologie van het Erasmus MC heeft het utero-placentaire vaatskelet (uPVS) ontwikkeld om het vaatnetwerk tussen de baarmoeder en moederkoek in het eerste trimester van de zwangerschap in beeld te brengen. Met behulp van de Strong Babies Grant hebben onderzoekers van het Erasmus MC onderzocht hoe het uPVS samenhangt met stoffen in het bloed die betrokken zijn bij ontwikkeling van de moederkoek. Wat blijkt? Hoe meer ‘placenta(moederkoek)-groei factor’ in het bloed van de moeder, hoe groter het vaatnetwerk dat werd gemeten met het uPVS. Deze resultaten geven nieuwe inzichten in het ontstaan van vroeggeboorte en ondersteunen dat het uPVS kan worden gebruikt om de vorming van het vaatnetwerk tussen de baarmoeder en moederkoek te bekijken. In de toekomst willen onderzoekers het uPVS gebruiken om te begrijpen waarom en bij wie de vaatontwikkeling verstoord is om vroeggeboorte al vroeg in de zwangerschap te ontdekken.